Voor meer informatie of voor boekingen mag je altijd bellen of whatsappen naar 06-19218195

Werken aan de hand: Travers, renvers en appuyeren

Vrijwel iedere ruiter weet dat het belangrijk is om voldoende variatie toe te voegen aan de training van een dressuurpaard. Daarmee houd je hem onder andere fris in zijn hoofd, zorg je dat hij verschillende spieren gebruikt en werk je eraan dat hij handig wordt in verschillende situaties. Werken aan de hand is voor veel paarden een hele fijne aanvulling en daarom hebben we Bianca Voermans, die zich hierin heeft gespecialiseerd, gevraagd om een aantal tips.

De eerste keer legde Bianca, die zelf ook succesvol Grand Prix-amazone is, uit welke optoming je kunt gebruiken voor het werken aan de hand en vertelde ze een stukje over de communicatie, de tweede keer ging het over het beginnen met de zijgangen en deze keer komen travers en renvers aan bod.

Vier sporen

“De travers is een oefening op twee hoefslagen en vier sporen. De voorhand gaat rechtuit en de achterhand is naar binnen gesteld. Daarbij is het paard van nek tot staart in de lengte gebogen en het buitenachterbeen treedt onder het zwaartepunt”, aldus Bianca. “De renvers is tegengesteld aan de travers, met de achterhand in plaats van het hoofd richting de kantkering.”

“Het doel van de travers en renvers is het paard te leren om met zijn buiten- of zijn binnenachterbeen onder zijn zwaartepunt te treden. Je kunt hem hierdoor zijn achterbenen meer en beter laten buigen”, vervolgt Bianca. “De travers nodigt het buitenachterbeen uit tot dragen en zorgt ervoor dat de binnenschouder meer schoudervrijheid krijgt. De oefening bevordert de lengtebuiging en is goed om de coördinatie te verbeteren.”

Volgende stap

“Na het schouderbinnenwaarts en schouderbuitenwaarts aan de hand is het het meest logisch om eerst renvers in te zetten en daarna travers”, aldus de amazone. “De achterbenen kruisen en de voorhand loopt rechtuit . Het paard is gesteld in de richting waarheen het loopt in tegenstelling tot de schouder binnenwaarts.”

Opbouw van de oefening

“Je stelt schouderbinnenwaarts in zoals je dat hebt kunnen lezen in het voorgaande artikel, dan kun je met je teugels de stelling van je paard naar buiten richten. Wanneer je linksom loopt en je komt uit de hoek, stel je eigenlijk zo in alsof je van hand verandert en dan op het laatste moment neem je je paard schouderbinnenwaarts mee langs de hoefslag”, vervolgt Bianca. “Wanneer je paard dan schouderbinnenwaarts gaat, vraag je met de rechterteugel iets meer en stel je je paard naar buiten. Met links geef je wat meer lucht.”

Spiegelbeeld

“Als je nu deze renvers zou oppakken en aan de andere kant van de rijbaan zou plaatsen heb je dus travers. Er verandert namelijk niets in travers en renvers”, legt Bianca toe. “Zelf probeer ik dit te doen door als je op de linkerhand zit in renvers een linksomkeert te wenden en dan dezelfde hulp te blijven geven als de renvers. Je paard blijft dan in dezelfde buiging en stelling doorgaan, maar omdat je inmiddels op de rechterhand verder gaat is het travers geworden.”

Buitenkant

“Je staat dan als begeleider aan de buitenkant, je neemt wat ruimte voor jezelf maar verder heb je niets hoeven verpakken of te onderbreken. Je rechterhand is nu net als daarvoor aan de linkerschouder met je zweepje erin voor het eventueel begeleiden voor het zijwaartse.”

Tip

“Als je de travers direct in wilt zetten, vraag dan als voorbereiding op de oefening een kleine volte of vraag het direct uit de hoek, zodat je paard al lengtebuiging heeft.”

Appuyeren

“Het appuyeren is eigenlijk weer hetzelfde als de travers en renvers. Appuyeren is niets anders dan op de diagonaal travers, maar dit is wel even een graadje moeilijker omdat je nu geen steun hebt van de kantkering”, gaat Bianca verder over de volgende stap. “Het fijnste is als je een denkbeeldige lijn trekt over de diagonaal waarop je loopt, dan heb je het goede gevoel voor de richting.”

Strakke lijn

“Zelf zet ik vanuit de hoek, net als bij schouderbinnenwaarts, eerst de diagonale lijn in. Ik focus dan zelf op een bepaald punt in de rijbak op de hoefslag en daar loop ik dan in een strakke lijn naartoe. Zodra ik deze lijn ingezet hebt vraag ik de travers.”
Je richt de buiging dus op het punt dat je in je hoofd hebt genomen. Ga je linksom en loop je aan de rechterkant van je paard, draai dan de diagonaal op, stel je paard in de richting waar hij heen gaat en begeleid hem dan voorwaarts zijwaarts in de richting waar je heen gaat.

Spelen

“Uiteindelijk kun je zelf gaan spelen met hoe scherp zijwaarts je wilt gaan. Net als in je dressuurproeven. In het Z is het appuyement minder scherp dan in de Zware Tour”, besluit Bianca.

Bianca Voermans is Grand Prix-amazone en houdt zich op haar eigen bedrijf Florian Stables vooral bezig met het trainen van paarden en lesgeven, waarbij ze het werken aan de hand combineert met het rijden.

Bron: Dressuur.nl