Werken aan de hand: Zijgangen

Vrijwel iedere ruiter weet dat het belangrijk is om voldoende variatie toe te voegen aan de training van een dressuurpaard. Daarmee houd je hem onder andere fris in zijn hoofd, zorg je dat hij verschillende spieren gebruikt en werk je eraan dat hij handig wordt in verschillende situaties. Werken aan de hand is voor veel paarden een hele fijne aanvulling en daarom hebben we Bianca Voermans, die zich hierin heeft gespecialiseerd, gevraagd om een aantal tips.

De eerste keer legde Bianca, die zelf ook succesvol Grand Prix-amazone is, uit welke optoming je kunt gebruiken voor het werken aan de hand en vertelde ze een stukje over de communicatie, deze keer gaat het over het beginnen met de zijgangen.

Dan gaat het leukste beginnen!

“Ik zet de zijgangen in om de souplesse en rechtgerichtheid van mijn paarden te verbeteren. Zelf vind ik het makkelijkste om te beginnen met schouder buitenwaarts zowel op als naast mijn paard”, vertelt Bianca. “Dit is een voorwaartse-zijwaartse beweging op drie of vier sporen. Het doel is om het binnenachterbeen onder de massa te laten treden waardoor je meer buiging in het binnenachterbeen krijgt en er meer schoudervrijheid in buitenvoorbeen komt waardoor er een ruimere en meer open pas komt. Tegelijkertijd rek je de buitenste rugspieren wat op. Doordat de binnenheup van het paard naar voren en onder de massa komt, nodigt deze oefening ook uit om meer onder te treden.”

Eerst in een afgesloten baan

“Zelf begin ik zowel op als naast paard altijd met schouder buitenwaarts te leren in een afgesloten rijbaan. Met het werken aan de hand sta je dan tussen de kantkering en een paard in, zo zet je de kantkering al in als rem of blok van je paard”, legt Bianca uit. ”Dan hoef je eigenlijk alleen nog maar wat stelling te vragen naar de kantkering en met je zweepje ongeveer op de plek waar je been zou liggen of net iets erachter druk je hem al zo opzij. Omdat het paard eigenlijk altijd wijkt voor druk en je de kantkering als blokkade inzet wordt zijwaarts  gaan eigenlijk heel gemakkelijk. Het zweepje vervangt dus je been in vergelijking met het rijden.”

Flauw opzij

Het is niet de bedoeling om in het begin al erg veel opzij te vragen, maar juist vooral je paard vertrouwd te maken met de oefening. “Probeer in eerste instantie niet te zijwaarts in te zetten maar laat ze heel flauw opzij gaan. Je kunt dit werk  met een  kaptoom doen, maar zelf werk ik al heel snel met een trenshoofdstel om het vergelijkbare effect zo optimaal  mogelijk te maken voor het moment dat ik erop ga. Let goed op dat je zelf rechtuit loopt en niet het paard om gaat trekken of duwen.”

Het paard op de foto werkt voor de derde keer aan de hand naar een schouder buitenwaarts.

Schouderbinnenwaarts

“Als je paard het goed begrijpt kun je dit als het ware zo oppakken naar het schouderbinnenwaarts”, vervolgt Bianca, die de oefeningen graag afwisselt met elkaar en ook varieert met de graad van het zijwaarts gaan door soms op drie en soms op vier sporen opzij te vragen aan de hand. “Ook hier kun je je hand op verschillende manieren houden en de positie ten opzichte van je paard is bij sommige methodes anders. Ik werk op deze manier omdat dit voor mij het beste aansluit op hoe mijn hulpen zijn wanneer ik op het paard zit. Mijn zweepje vervangt mijn binnenbeen en mijn buitenhand begrenst een beetje of aan de buitenkant naast de schoft of op de binnenschouder maar met nog steeds druk op de teugel voor de begrenzing.”

Inzet

Bij het inzetten van schouderbinnenwaarts helpt het om dit in te zetten vanuit de hoek, waarbij je dan net doet alsof je de diagonaal opgaat, maar dan op het laatste moment besluit om toch langs de hoefslag verder te gaan in schouderbinnenwaarts. “De achterbenen mogen nagenoeg niet kruisen, maar de voorbenen wel. De kantkering begrenst hier weer de achterhand om verder weg vallen tegen te gaan.”

Volgende keer vertelt Bianca over travers en appuyeren.

Bron: Dressuur.nl

Bianca Voermans is Grand Prix-amazone en houdt zich op haar eigen bedrijf Florian Stables vooral bezig met het trainen van paarden en lesgeven, waarbij ze het werken aan de hand combineert met het rijden.